Schuilen voor hoge vlammen

Текст
0
Отзывы
Читать фрагмент
Отметить прочитанной
Как читать книгу после покупки
Schuilen voor hoge vlammen
Шрифт:Меньше АаБольше Аа

SCHUILEN VOOR HOGE VLAMMEN

EEN AVERY BLACK-MYSTERY

BOEK 3

BLAKE PIERCE

Blake Pierce

Blake Pierce is de auteur van de bestselling mystery-serie met Riley Paige. Er zijn al zo’n zeven spannende Riley Page-thrillers verschenen (en daarmee is de serie nog lang niet ten einde). Blake Pierce is ook de auteur van de mystery-serie met Mackenzie White, die nu al vier boeken telt (en waarvan fans van Blake Pierce er nog meer mogen verwachten) en van de allernieuwste mystery-serie met Keri Locke.

Eens weg (een Riley Paige-mystery, boek 1), Before he kills (een Mackenzie White-mystery, boek 1), Moord met een hoger doel (een Avery Black-mystery, boek 1) en A trace of death (een Keri Locke-mystery, boek 1) kunnen gratis gedownload worden op Google Play!

Blake is zelf al zijn hele leven een grote fan van mystery-boeken en thrillers. Hij hoort graag wat je van zijn boeken vindt. Neem gerust eens een kijkje op www.blakepierceauthor.com om meer over hem te weten te komen en op de hoogte te blijven van zijn boeken.

Copyright © 2016 door Blake Pierce. Alle rechten voorbehouden. Met uitzondering van toestemming onder de U.S. Copyright Act uit 1976, mag niets uit deze uitgave in enige vorm of op enige manier worden verveelvoudigd, gedistribueerd, overgedragen of opgeslagen in een database of een geautomatiseerd gegevensbestand, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Dit e-book is alleen gelicenseerd voor persoonlijk gebruik. Dit e-book mag niet verkocht of doorgegeven worden aan derden. Als u dit boek met anderen wil delen, koop dan voor iedere ontvanger een afzonderlijk exemplaar. Als u dit boek aan het lezen bent of als dit boek niet alleen voor uw gebruik werd gekocht, retourneer het boek dan en koop uw eigen exemplaar. Dank u voor het respecteren van het harde werk van deze auteur. Dit is een fictief boek. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, gebeurtenissen en incidenten zijn een product verbeelding van de auteur of worden fictief gebruikt. Enige overeenkomst met werkelijke personen, levend of dood, is geheel toevallig. Omslagbeeld: copyright miljko, gebruikt onder licentie van iStock.com.

BOEKEN VAN BLAKE PIERCE

RILEY PAIGE MYSTERY-SERIE

EENS WEG (boek 1)

EENS GEPAKT (boek 2)

EENS BEGEERD (boek 3)

EENS GELOKT (boek 4)

AVERY BLACK MYSTERY-SERIE

MOORD MET EEN HOGER DOEL (boek 1)

OP DE VLUCHT VOOR HOGERE KRACHTEN (boek 2)

SCHUILEN VOOR HOGE VLAMMEN (boek 3)

REDEN OM BANG TE ZIJN (boek 4)

INHOUD

PROLOOG

HOOFDSTUK EEN

HOOFDSTUK TWEE

HOOFDSTUK DRIE

HOOFDSTUK VIER

HOOFDSTUK VIJF

HOOFDSTUK ZES

HOOFDSTUK ZEVEN

HOOFDSTUK ACHT

HOOFDSTUK NEGEN

HOOFDSTUK TIEN

HOOFDSTUK ELF

HOOFDSTUK TWAALF

HOOFDSTUK DERTIEN

HOOFDSTUK VEERTIEN

HOOFDSTUK VIJFTIEN

HOOFDSTUK ZESTIEN

HOOFDSTUK ZEVENTIEN

HOOFDSTUK ACHTTIEN

HOOFDSTUK NEGENTIEN

HOOFDSTUK TWINTIG

HOOFDSTUK EENENTWINTIG

HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG

HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG

HOOFDSTUK VIERENTWINTIG

HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG

HOOFDSTUK ZESENTWINTIG

HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG

HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG

HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG

HOOFDSTUK DERTIG

HOOFDSTUK EENENDERTIG

HOOFDSTUK TWEEËNDERTIG

HOOFDSTUK DRIEËNDERTIG

HOOFDSTUK VIERENDERTIG

HOOFDSTUK VIJFENDERTIG

HOOFDSTUK ZESENDERTIG

HOOFDSTUK ZEVENENDERTIG

PROLOOG

Toen hij zich een weg zocht over het braakliggende terrein, brandde het vroege ochtendlicht het laatste beetje van de nacht weg. De vorige avond was er heel lichte regen gevallen, waardoor er een fijne mist over de grond kroop. Hij liep langzaam en beheerst, alsof hij dit elke ochtend deed.

Overal lagen funderingen van huizen, huizen die nooit afgemaakt zouden worden. Hij veronderstelde dat de bouw zo’n vijf of zes jaar geleden was gestart, en vervolgens achtergelaten werd toen de huizencrisis toesloeg. Om een of andere reden maakte het hem woest. Zo veel beloften aan gezinnen en aan de aannemers, maar uiteindelijk had het allemaal tot niets geleid.

In de mist zag hij eruit als een levende vogelverschrikker: lang en broodmager. Met zijn zwarte overjas ging hij bijna helemaal op in de lichtgrijze slierten mist. Het leverde een etherisch tafereeltje op. Hij voelde zich net een geest. Hij voelde zich legendarisch, bijna onoverwinnelijk. Het voelde alsof hij een onderdeel van de wereld was, en de wereld een onderdeel van hem.

Maar zijn aanwezigheid hier was helemaal niet zo toevallig. Hij had dit al weken geleden zo gepland. Maanden, eigenlijk. En alle jaren daarvoor hadden hem naar dit ultieme ogenblik en deze bijzondere plaats geleid.

Hij liep door de mist en luisterde naar de geluiden van de stad. De drukte en de herrie speelden zich af op enkele kilometers bij hem vandaan. Hij bevond zich in een vergeten en vervallen deel van de stad, een deel dat hard geleden had onder de economische crisis. Alle hoop en dromen lagen nu verspreid over de met mist bedekte aarde.

Dit alles wakkerde het vuur in hem aan.

Hij wachtte geduldig. Hij liep doelloos heen en weer. Hij slenterde door de verlaten straat en liep daarna over het immense bouwterrein waarop skeletten van woningen stonden die nooit een thuis zouden worden. Geduldig wachtte hij tot een andere figuur zou opduiken in de mist. Hij was ervan overtuigd dat het universum hem iemand zou sturen.

Eindelijk verscheen er iemand.

Nog voordat de gedaante helemaal in beeld kwam, kon hij het al voelen, daar in het zwakke licht van de ochtendschemering en de sluipende mist. De gedaante was een vrouw.

Hier had hij op gewacht. Het lot werd hier ter plekke voor zijn neus bepaald.

Met bonzend hart, maar zo natuurlijk en rustig mogelijk, liep hij verder. Hij deed alsof hij zijn hond riep. In de ijle mist klonk zijn stem helemaal anders: fijn en haperend, net zoals de stem van een geest.

Uit een van de zakken van zijn lange jas haalde hij de intrekbare hondenriem tevoorschijn die hij de vorige dag gekocht had. “Sweet Pea!” riep hij.

Het was een naam die goed klonk en die ervoor zou zorgen dat toevallige voorbijgangers hem geen tweede blik zouden gunnen.

“Sweet Pea!”

Uit de mist kwam de gedaante van de vrouw dichterbij. Ze maakte een ochtendwandeling met haar hond. Het was een van die arrogante, kleine opdondertjes die hem altijd aan ratten deden denken. Natuurlijk wist hij dit allemaal al over haar. Hij wist zo ongeveer alles over haar ochtendroutine.

“Alles oké?” vroeg de vrouw.

Hij kon haar gezicht nu duidelijk zien. Ze zag er veel jonger uit dan hijzelf. Minstens twintig jaar jonger.

Hij hield de hondenriem omhoog en lachte haar wat verdrietig toe. “Mijn hond is ontsnapt. Ik denk dat ze deze kant op is gelopen, maar ik hoor haar nergens.”

 

“O nee,” zei de vrouw.

“Sweet Pea!” riep hij nog een keer.

Bij de voeten van de vrouw hief het kleine hondje zijn poot op en pieste. De vrouw leek het nauwelijks te merken. Ze keek nu naar hem. Een blik van herkenning kwam in haar ogen. Ze kantelde haar hoofd ietsje. Een onzekere glimlach kroop naar haar mondhoeken. Ze zette een klein stapje naar achteren.

Hij liet zijn hand in zijn andere jaszak glijden en hield de hamer stevig vast. Toen hij deze tevoorschijn haalde schrok hij zelf van snelheid waarmee hij dit deed.

Hij sloeg er hard mee boven op haar hoofd. Het geluid was nauwelijks hoorbaar op het uitgestrekte bouwterrein en in de deken van mist. Tonk.

Haar ogen werden glazig. Toen ze neerviel, had ze nog altijd die aarzelende glimlach op haar gezicht.

De kleine hond besnuffelde haar even en keek toen naar hem op. Hij liet een belachelijk klein blafje horen. Toen hij dichterbij kwam gromde het beest zachtjes. Het mormel plaste nog een keer, draaide zich om en rende er toen vandoor met de hondenriem achter zich aan.

Hij stak de hamer en de hondenriem weer in zijn zakken. Toen keek hij even omlaag naar het lichaam en stak er langzaam zijn hand naar uit. In de dichte mist was alleen het wegstervende geluid van de blaffende hond te horen.

HOOFDSTUK EEN

Avery zette de laatste doos neer in de nieuwe flat van haar dochter, en ze kon wel janken. De verhuiswagen was vijf minuten geleden vertrokken en ze besefte dat er nu geen weg terug meer was. Rose had nu haar eigen flat. Avery’s maag trok samen: dit was helemaal anders dan toen ze in een studentenhuis zat, dicht bij haar vrienden en de beveiligingsmedewerkers van de campus.

Rose zou nu alleen wonen. Avery kon het nog niet accepteren. Nog maar heel kort geleden had Rose door Avery’s laatste zaak in gevaar verkeerd, en Avery voelde zich daar nog altijd ontzettend schuldig over. Avery vond het onverantwoord om Rose nu helemaal alleen te laten wonen na alles wat ze onlangs had meegemaakt. Ze had het gevoel dat ze gefaald had als moeder. Bovendien was ze heel bezorgd en bang. En dat zei wel wat, als een beroemde rechercheur Moordzaken dat vond.

Ze is achttien, dacht ze. Je kunt haar niet voor eeuwig bij je houden, vooral niet omdat je er toen ze opgroeide ook niet altijd was, of soms zelfs helemaal niet.

Hoe had Rose zo snel groot kunnen worden? Hoe was ze zo’n mooie, zelfstandige en bewuste vrouw geworden? In elk geval niet Avery’s verdienste, want die was het grootste deel van Rose’s leven niet eens in beeld geweest.

Los daarvan was ze toch trots toen ze haar dochter haar eigen borden zag uitpakken en deze in haar eigen kasten zag plaatsen. Ondanks haar bewogen kindertijd en haar moeilijke puberteit had Rose toch heel wat bereikt. De toekomst lachte haar toe en begon hier en nu met het opruimen van haar eigen goedkope borden in de kastjes in haar eerste eigen flat.

“Ik ben trots op je, meid,” zei Avery, terwijl ze door de doolhof van dozen naar Rose toe liep.

“Hoezo?” vroeg Rose.

“Omdat je alles overleefd hebt,” zei Avery met een lach. “Ik weet dat ik het je niet gemakkelijk gemaakt heb.”

“Inderdaad. Maar papa was oké. En dat bedoel ik niet rot tegenover jou.”

Avery voelde een steek van verdriet. “Dat weet ik.”

Avery wist dat het voor Rose moeilijk was om dit toe te geven. Avery wist dat haar dochter nog altijd op zoek was naar de basis van hun relatie. Het was al moeilijk genoeg dat ze als moeder en dochter van elkaar vervreemd waren en zich weer moesten verzoenen. Maar beiden waren de laatste tijd ook nog eens door een hel gegaan. Rose was gestalkt door een seriemoordenaar en ze had een tijdje in een safehouse moeten wonen en Avery had moeten herstellen van de posttraumatische stress na de redding van Rose, dus ze hadden allebei nog een hele weg te gaan. En zelfs zoiets eenvoudigs zoals Rose helpen met het verhuizen naar haar nieuwe flat was een grote stap in de richting van het herstel van de band die Avery zo graag met haar wilde.

En die stap vereiste een soort van normaal leven, wat echter niet altijd aan de orde was in de wereld van een door haar werk geobsedeerde rechercheur.

Ze liep naar Rose in de keuken en hielp haar met het uitpakken van de dozen waarop ‘keuken’ geschreven stond. Terwijl ze samenwerkten om alles op de juiste plaats te zetten, voelde Avery de tranen weer opwellen.

Wat is dit nou? Sinds wanneer ben ik zo emotioneel?

“Red je het wel, denk je?” vroeg Avery om het gesprek op gang te houden. “Dit is niet hetzelfde als een studentenhuis. Je staat er nu officieel alleen voor. Ben je hier wel klaar voor na alles... Nou ja, na alles wat er gebeurd is?”

“Ja, mam. Ik ben geen klein meisje meer.”

“Tja, dat is overduidelijk.”

“Trouwens,” zei ze, terwijl ze het laatste bord in de kast zette en de lege doos aan de kant schoof, “ik ben niet helemaal alleen meer.”

Nu kwam het. Rose leek wat afwezig de laatste tijd, maar was ook in een opperbeste stemming en een goed humeur en dat was voor Rose Black vrij ongewoon. Avery had gedacht dat er misschien een jongen in het spel was en dat bracht een heleboel naar boven bij haar. Ze had het nooit met Rose gehad over haar eerste menstruatie, haar eerste verliefdheid, haar eerste avondje uit en haar eerste kus. Nu ze geconfronteerd werd met het feit dat Rose misschien een liefdesleven had, besefte ze pas hoeveel ze had gemist.

“Hoe bedoel je?” vroeg Avery.

Rose beet op haar lip, alsof ze al spijt had van wat ze net gezegd had. “Ik... Nou ja, ik heb geloof ik iemand ontmoet.”

Ze klonk een beetje nonchalant en afwijzend, waardoor ze duidelijk liet merken dat ze geen zin had om er verder over te praten.

“O ja?” vroeg Avery. “Wanneer dan?”

“Ongeveer een maand geleden,” zei Rose.

Precies de periode waarin ik merkte dat haar humeur wat beter werd, dacht Avery. Soms was het bijna griezelig hoe haar vaardigheden als rechercheur ook haar persoonlijke leven beïnvloedden.

“Maar... hij woont niet hier, toch?” vroeg Avery.

“Nee, mam. Maar hij zal hier wel vaak komen.”

“Dat is niet iets wat de moeder van een achttienjarige dochter graag hoort,” zei Avery.

“Jeetje, mam. Het komt allemaal in orde.”

Avery wist dat ze het onderwerp moest laten rusten. Als Rose wilde praten over deze jongen, dan zou ze dit zelf beslissen. Erover zeuren zou alles alleen maar erger maken.

Toch kwam de rechercheur in haar naar boven en kon ze het niet laten om meer vragen te stellen.

“Kan ik hem ontmoeten?”

“Eh, echt niet. Nu toch nog niet.”

Avery zag een kans om wat dieper op het gesprek in te gaan; het lastige gesprek over veilige seks en het gevaar op allerlei ziekten en tienerzwangerschappen. Maar ze had het gevoel dat ze daar het recht niet toe had, vanwege hun moeilijke relatie.

Maar als rechercheur moordzaken was het echter onmogelijk om zich geen zorgen te maken. Ze wist wat voor soort mannen er rondliepen. Ze had niet alleen moordzaken gezien, maar ook gevallen van huiselijk geweld. En hoewel die jongen in het leven van Rose zich misschien wel als een keurige heer gedroeg, zag Avery elke man als een potentiële bedreiging.

Toch zou ze moeten vertrouwen op haar dochters gevoel. Had ze Rose daarnet niet verteld dat ze, ondanks haar moeilijke kindertijd en jeugd, uitgegroeid was tot een sterke jongedame?

“Wees toch maar voorzichtig,” zei Avery.

Rose was duidelijk in verlegenheid gebracht. Ze rolde met haar ogen en begon in de kleine woonkamer die aan de keuken grensde haar dvd’s uit te pakken.

“En jij?” vroeg Rose. “Ben jij het nooit zat om alleen te zijn? Papa is ook nog altijd alleen, weet je?”

“Dat weet ik,” zei Avery. “Maar daar heb ik niks mee te maken.”

“Hij is je ex-man,” zei Rose. “En hij is mijn vader. Dus daar heb jij eigenlijk wel iets mee te maken. Het zou goed zijn als je hem weer eens zou zien.”

“Dat zou voor ons allebei helemaal niet goed zijn,” antwoordde Avery. “Als je hem dit zou vragen, zou hij hetzelfde antwoorden.”

Avery wist dat dat waar was. Hoewel ze er nooit over hadden gesproken om weer samen te zijn, bestond er tussen hen een onuitgesproken overeenkomst, iets wat ze beiden aanvoelden sinds Avery haar baan als advocaat verloren had en haar leven in de weken die daarop volgden, bijna volledig verwoest had. Ze zouden elkaar tolereren vanwege Rose. Al waren er dan wel wederzijdse gevoelens van liefde en respect, toch wisten ze beiden dat ze niet weer bij elkaar zouden komen. Jack voelde zich alleen bezorgd om hetzelfde waar Avery zich bezorgd om voelde. Hij wilde dat Avery meer tijd doorbracht met Rose. En zij moest zelf maar uitpuzzelen hoe ze dat ging doen. Ze had hier de afgelopen weken heel veel over nagedacht en besefte maar al te goed dat ze hiervoor heel wat zou moeten opofferen, maar ze was bereid om het te proberen.

Nu ze het niet meer over Jack hadden, was Avery vast van plan om dit gevoelige punt aan te kaarten bij Rose. Ze wist dat er geen subtiele manier bestond om dit te bespreken, dus viel ze maar meteen met de deur in huis. “Ik denk erover na om te vragen of ik in de komende maanden wat minder kan werken. Ik vond dat jij en ik de dingen eigenlijk echt een goeie kans moeten geven.”

Rose hield even op met uitpakken. Ze keek Avery oprecht verrast aan, knikte even en ging verder met uitpakken. Ze maakte een hm-geluidje.

“Wat is er?” vroeg Avery.

“Maar je houdt van je baan.”

“Ja, dat is zo,” gaf Avery toe. “Maar ik denk erover na om bij Moordzaken weg te gaan. Als ik dat doe, zou ik wat meer vrije tijd hebben.”

Rose stopte nu volledig met uitpakken. In een seconde leek Rose wel tientallen verschillende uitdrukkingen op haar gezicht te krijgen. Avery was blij dat een van deze uitdrukkingen hoop was.

“Mam, dat hoef je toch helemaal niet te doen.” Haar stem klonk zacht en onvast, bijna als het kleine meisje dat Avery zich heel goed kon herinneren. “Dat is zowat je hele leven opgeven.”

“Nee, dat is het niet. Ik word ouder en besef dat ik heel veel gemist heb wat betreft het gezinsleven. Ik moet dit ook doen voor mezelf... om weer beter te worden.”

Rose ging op de bank zitten, naast de kartonnen dozen en rondslingerende kledij. Ze keek op naar Avery, nog steeds met die hoop op haar gezicht.

“Weet je zeker dat je dit wilt?” vroeg ze.

“Ik weet niet. Misschien.”

“Nog iets,” zei Rose. “Nu weet ik waar ik mijn indrukwekkende gave vandaan haal om van onderwerp te veranderen. Je stapte heel snel van het onderwerp alleen zijn af.”

“Dat merkte je dus?”

“Ja. En om heel eerlijk te zijn, papa ook, denk ik.”

“Rose...”

Rose keek haar doordringend aan. “Hij mist je, mam.”

Avery liet haar schouders hangen. Ze zweeg, niet in staat om iets te zeggen. “Soms mis ik hem ook,” gaf Avery toe. “Maar niet genoeg om hem op te bellen en het verleden op te rakelen.”

Hij mist je, mam.

Avery dacht daar even over na. Ze dacht zelden aan Jack op een romantische manier. Toch had ze de waarheid gesproken: soms miste ze hem. Ze miste zijn vreemde gevoel voor humor, hoe zijn lichaam altijd een klein beetje koud aanvoelde als hij wakker werd, hoe zijn behoefte aan seks bijna grappig voorspelbaar was. En wat ze het meest miste was naar hem kijken terwijl hij een perfecte vader was. Maar dat was nu allemaal voorbij, het behoorde bij een leven dat Avery zo ver mogelijk achter zich wilde laten.

Toch dacht ze vaak aan hoe het had kunnen zijn en besefte ze dat ze een kans op een fantastisch leven had gemist. Een normaal en perfect georganiseerd leven met luie zondagnamiddagen in de achtertuin.

Maar die kansen waren nu verkeken. Rose was dat ideaalplaatje misgelopen en Avery gaf zichzelf daar nog steeds de schuld van.

“Mam?”

“Sorry, Rose. Ik denk niet dat je vader en ik ooit nog weer zullen samenkomen. Trouwens,” voegde ze eraan toe, terwijl ze diep ademhaalde en zich schrap zette voor Rose’s reactie, “misschien ben jij wel niet de enige die iemand ontmoet heeft.”

Rose draaide zich naar haar om en Avery was opgelucht toen ze haar dochter zag glimlachen. Ze keek haar moeder met een samenzweerderige blik aan zoals alleen vriendinnen dat kunnen wanneer ze het samen over mannen hebben. Avery voelde zich warm worden vanbinnen op een manier die ze niet had verwacht en die ze niet kon verklaren.

 

“Wat?” zei Rose, terwijl ze deed of ze in shock was. “Jij? Details graag!”

“Er zijn nog geen details.”

“Nou, wie is het dan?”

Avery giechelde en besefte hoe idioot dit klonk. Ze wilde het bijna niet zeggen. Jeetje, ze had nauwelijks de kerel zelf verteld hoe ze zich voelde. Het uitspreken tegenover haar dochter leek een beetje absurd.

Toch boekten zij en Rose vooruitgang. Het had geen zin om dit verborgen te houden vanwege haar eigen verlegenheid omdat ze gevoelens had voor een man die niet de vader van Rose was.

“Het is een man met wie ik samenwerk. Ramirez.”

“Hebben jullie al iets met elkaar gedaan?”

“Rose!”

Rose haalde haar schouders op. “Hé, jij wilde een open en eerlijke relatie met je dochter, toch?”

“Ja, dat is zo,” zei ze met een glimlach. “En nee... we hebben nog niks ‘gedaan’. Maar ik vind hem wel heel leuk. Hij is aardig, grappig, sexy en heeft een bepaalde charme die ik in het begin irritant vond, maar nu... aantrekkelijk.”

“Heeft hij ook gevoelens voor jou?” vroeg Rose.

“Ja. Nou, eerst wel, maar ik denk dat ik het behoorlijk verknoeid heb. Hij is zo geduldig geweest, maar ik denk dat zijn geduld op is.” Ze vertelde er niet bij dat ze besloten had om Ramirez over haar gevoelens te vertellen, maar dat ze hiervoor nog niet de moed had verzameld.

“Heb je hem afgewezen?” vroeg Rose.

Avery lachte. “Verdorie, wat ben jij opmerkzaam.”

“Ik zei het toch al: het zit in mijn genen.”

Rose giechelde weer en dacht helemaal niet meer aan uitpakken. “Ga ervoor, mam!”

“O jee!”

Rose lachte en Avery deed al gauw mee. Sinds ze besloten hadden aan hun band te werken, was dit ongetwijfeld het meest intieme moment dat ze samen gedeeld hadden. Plotseling besefte Avery dat een stapje terug doen van Moordzaken en een poosje verlof nemen van haar werk voor haar een noodzaak was in plaats van een hoopvolle gedachte.

“Heb je iets te doen dit weekend?” vroeg Avery.

“Uitpakken en misschien ga ik op stap met Ma– die jongen van wie de naam nog even geheim blijft.”

“Wat denk je van een meidendag met je moeder, morgen? Samen lunchen, filmpje, pedicure.”

Rose moest even wennen aan het idee, maar leek het toch te overwegen. “Mag ik de film kiezen?”

“Als je dat wilt.”

“Klinkt leuk,” zei Rose enthousiast. “We doen het.”

“Prima,” zei Avery. Opeens voelde ze de noodzaak om haar dochter iets te vragen, iets wat misschien vreemd zou klinken, maar het antwoord zou wel belangrijk zijn als ze hun relatie wilden verstevigen. Het voelde als een nederige vraag, maar op een vreemde manier ook bevrijdend.

“Dus je zou het goed vinden als ik verderga met mijn leven?” vroeg Avery.

“Hoe bedoel je?” vroeg Rose. “Wat papa betreft?”

“Ja, wat papa betreft, en dat hele stuk van mijn leven, die periode waarin ik het voor ons allemaal moeilijk heb gemaakt. Een belangrijk onderdeel om mijn leven weer op te pakken is dat ik me niet langer schuldig hoef te voelen om alles wat had kunnen zijn. En daarom moet ik alles loslaten wat met je vader te maken heeft. Ik zal altijd van hem houden en heb heel veel respect voor de manier waarop hij jou heeft grootgebracht toen ik er niet was, maar hij is een groot deel van mijn vorige leven dat ik moet loslaten. Snap je dat?”

“Ja, dat snap ik,” zei Rose. Haar stem klonk nu weer zacht en kwetsbaar. Toen ze dat hoorde wilde Avery naar de bank lopen en haar dochter knuffelen. “Je hebt mijn toestemming daar toch niet voor nodig, mam,” zei Rose. “Ik weet dat je je best doet, dat kan ik zien, echt.”

Voor de derde keer in een kwartier tijd was Avery bijna in tranen. Ze zuchtte en onderdrukte de neiging om te gaan huilen. “Je bent uitgegroeid tot een prachtmeid,” zei Avery.

“Het zit in mijn genen, mam,” zei Rose. “Je hebt misschien fouten gemaakt in je leven, mam. Maar je bent altijd al een stoer wijf geweest.”

Voordat Avery antwoord kon geven liep Rose op haar toe en omhelsde ze haar. Het voelde als een oprechte knuffel, iets wat ze al in lange tijd niet meer had gekregen van haar dochter.

Deze keer liet Avery haar tranen de vrije loop.

Ze kon zich de laatste keer dat ze zich zo gelukkig voelde niet meer herinneren. Voor het eerst in heel lange tijd voelde ze zich alsof ze echt stappen nam om aan de fouten uit het verleden te ontsnappen.

Voor een groot deel betekende dit ook dat ze moest praten met Ramirez en hem laten weten dat ze haar gevoelens voor hem niet langer wilde verbergen. Ze wilde bij hem zijn, op welke manier dan ook. Opeens, met de armen van haar dochter om haar heen, kon Avery niet langer wachten om dat gesprek met hem te voeren.

Eigenlijk hoopte ze dat het veel meer zou worden dan alleen een gesprek. Ze hoopte dat ze veel meer zouden doen dan praten en dat ze eindelijk zouden toegeven aan de spanning die tussen hen beiden hing.

Купите 3 книги одновременно и выберите четвёртую в подарок!

Чтобы воспользоваться акцией, добавьте нужные книги в корзину. Сделать это можно на странице каждой книги, либо в общем списке:

  1. Нажмите на многоточие
    рядом с книгой
  2. Выберите пункт
    «Добавить в корзину»