Wachten

Текст
0
Отзывы
Читать фрагмент
Отметить прочитанной
Как читать книгу после покупки
Шрифт:Меньше АаБольше Аа

HOOFDSTUK TWEE

Riley voelde haar ademhaling en hartslag versnellen terwijl ze van de metrohalte naar het gigantische witte J. Edgar Hoovergebouwnliep.

Waarom ben ik zou zenuwachtig? vroeg ze zichzelf. Per slot van rekening had ze haar eerste soloreis in de metro van een grotere stad dan ze ooit zelfs maar bezocht had voor ze hiernaartoe verhuisde, goed doorstaan.

Ze probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat dit toch niet zo’n grote omschakeling was – ze ging gewoon naar school, net zoals ze dat in Lanton gedaan had.

En toch bleef ze zich overweldigd en ontmoedigd voelen. Om te beginnen stond het gebouw aan Pennsylvania Avenue, precies tussen het Witte Huis en het Capitool. Zij en Ryan hadden eerder deze week langs het gebouw gereden, maar de realiteit dat ze hier de komende tien weken naar toe zou komen om te leren en werken, begon er nu pas in te hakken.

Het leek wel een droom.

Ze liep door de vooringang en verder door de lobby naar de beveiligingspoort. De dienstdoende bewaker vond haar naam op een bezoekerslijst en gaf haar een identificatiekaartje met een klip. Hij vertelde haar dat ze met de lift drie verdiepingen omlaag moest, naar een kleine hoorzaal.

Toen Riley de hoorzaal had gevonden en naar binnen ging, werd haar een pakketje regels, regelementen en informatie aangereikt dat ze later moest lezen. Ze ging zitten temidden van twintig andere stagiaires die allemaal van rond haar leeftijd leken te zijn. Ze wist dat sommige, net als zij, pas afgestudeerd waren; andere waren bachelorstudenten die in de herfst naar de universiteit zouden terugkeren.

De meeste stagiaires waren mannen, en allemaal goedgekleed. Ze voelde zich een beetje onzeker over haar eigen pak, dat ze in een tweedehandswinkel in Lanton had gekocht. Het was de beste zakelijke outfit die ze had, en ze hoopte maar dat ze er professioneel genoeg uitzag.

Al gauw kwam een nette man van middelbare leeftijd voor de stagiaires staan.

Hij zei, “Ik ben Assistent-Directeur Marion Connor, en ik heb de leiding over de FBI Honors Internship Summer Program. Ieder van jullie mag er wel trots op zijn dat je hier vandaag bent. Jullie zijn een hele exclusieve en uitzonderlijke groep, geselecteerd uit duizenden aanmeldingen…”

Riley slikte hard terwijl hij zijn felicitaties aan de groep vervolgde.

Duizenden aanmeldingen!

Wat vreemd leek dat. Eerlijk gezegd had zijzelf zich helemaal niet aangemeld. Ze was simpelweg voor het programma verkozen zodra ze de universiteit verliet.

Hoor ik hier wel echt? vroeg ze zich af.

Assistent-Directeur Connor stelde de groep voor aan een jongere agent – Hoke Gilmer, de trainingsupervisor die Riley gisteren gebeld had. Gilmer sommeerde de stagiaires te gaan staan en hun rechterhand op te heffen om de FBI-eed te zweren.

Riley voelde zichzelf emotioneel worden terwijl ze de woorden sprak…

“Ik, Riley Sweeney, zweer dat ik de Grondwet van de Verenigde Staten van Amerika zal handhaven en verdedigen tegen alle vijanden uit binnenland en buitenland…”

Ze moest haar tranen wegknipperen terwijl ze vervolgde.

Dit is echt, zei ze tegen zichzelf. Dit gebeurt echt.

Ze had geen idee wat haar vanaf dit moment te wachten stond.

Maar ze was er wel vrij zeker van dat haar leven voorgoed zou veranderen.

*

Na de ceremonie leidde Hoke Gilmer de studenten een uur lang rond in het J. Edgar Hoovergebouw. Riley was steeds meer verbluft door de grootte en complexiteit van het gebouw, en alle verschillende activiteiten die er plaatsvonden. Er waren verscheidene sportruimtes, een basketbalveld, een medische kliniek, een printwinkel, een heleboel soorten laboratoria en computerkamers, een schietbaan en zelfs een mortuarium en een autoreparatie.

Haar hoofd duizelde ervan.

Aan het einde van de rondleiding werd de groep gebracht naar de kantine op de achtste verdieping. Riley voelde zich doodmoe terwijl ze het eten op haar dienblad laadde – niet zozeer van de kilometers die ze net had gelopen, maar van alles dat ze gezien had en probeerde in zich op te nemen.

Hoeveel van dit fantastische gebouw zou ze kunnen ervaren in de tien weken die ze hier door zou brengen? Ze wilde alles leren dat ze kon, en zo snel als ze dat kon.

En ze wilde daar ogenblikkelijk mee beginnen.

Met haar dienblad in de handen op zoek naar een plekje om te gaan zitten eten, voelde ze zich merkwaardig misplaatst. De andere stagiaires waren kennelijk al vriendschappen aan het sluiten en in groepjes aan het zitten, opgewonden kwetterend over de dag. Ze maande zichzelf aan zich bij een paar van haar jonge collega’s te voegen, zichzelf voor te stellen en kennis te maken met een paar van hen.

Maar ze wist dat het niet eenvoudig zou zijn.

Riley had zich altijd een beetje een buitenbeentje gevoeld, en vrienden maken en erbij horen was nooit een natuurlijk gave geweest.

En op dit moment voelde ze zich schuwer dan ooit in haar herinnering.

En beeldde ze het zich in, of waren een paar van de stagiaires naar haar aan het gluren en over haar aan het fluisteren?

Ze had net besloten om in haar eentje te gaan zitten toen ze een stem naast haar hoorde.

“Jij bent toch Riley Sweeney?”

Ze draaide zich om en zag een jonge man op wie haar oog in de hoorzaal en tijdens de rondleiding al was gevallen. Ze kon er niet omheen dat hij er bijzonder knap uitzag – iets groter dan zijzelf, hard en atletisch, met korte krullen en een vriendelijke glimlach. Zijn pak zag er duur uit.

“Eh, ja,” zei Riley, die zich plotseling nog meer verlegen dan eerder voelde. “En jij…?”

“John Welch. Leuk kennis met je te maken. Ik zou je de hand schudden, maar…”

Hij knikte naar de dienbladen die ze beiden droegen en lachte wat.

“Zou je het goed vinden om bij me te zitten?” vroeg hij.

Riley hoopte maar dat ze niet bloosde.

“Ja hoor,” zei ze.

Ze gingen aan een tafeltje tegenover elkaar zitten en begonnen te eten.

Riley vroeg, “Hoe weet je hoe ik heet?”

John glimlachte ondeugend en zei, “Dat is vast een grapje?”

Riley was ontsteld. Ze kon zichzelf ervan weerhouden om te zeggen…

Nee, dat was geen grapje.

John haalde zijn schouders op en zei, “Zo’n beetje iedereen hier weet wie je bent. Je kan waarschijnlijk wel zeggen dat je een reputatie hebt.”

Riley keek naar een paar van de andere studenten. En ja hoor, enkele van hen wierpen nog steeds steelse blikken op haar en fluisterden tegen elkaar.

Riley begon te beseffen…

Ze weten duidelijk wat er in Lanton gebeurd is.

Maar hoeveel wisten ze?

En was dit goed of slecht?

Ze had er niet bepaald op gerekend dat ze een “reputatie” zou hebben tussen de stagiaires. Ze voelde zich vreselijk opgelaten door dat idee.

“Waar kom je vandaan?” vroeg ze.

“Hier uit DC,” zei John. “Ik ben deze lente afgestudeerd met een BA in criminologie.”

“Welke school?” vroeg Riley.

John bloosde een beetje.

“Eh – George Washington University,” zei hij.

Riley voelde haar ogen opensperren bij de vermelding van zo’n dure universiteit.

Hij moet rijk zijn, dacht ze.

Ze voelde ook aan dat hij zich daar nogal ongemakkelijk over voelde.

“Goed zeg, een graad in criminologie,” zei ze. “Ik heb maar een psychologiegraad. Je hebt een stevige voorsprong op me.”

John lachte.

“Op jou? Dacht ’t niet. Ik bedoel maar, je bent waarschijnlijk de enige stagiair in het programma die daadwerkelijk veldwerk heeft verricht.”

Daar had Riley werkelijk niet van terug.

Veldwerk?

Ze had wat in Lanton gebeurd was niet onder het kopje “veldwerk” geplaatst.

John ging verder, “Ik bedoel maar, je hebt gewoon geholpen met een echte seriemoordenaar op te sporen en aan te houden. Ik kan me niet eens voorstellen hoe dat moest zijn geweest. Ik benijd je echt.”

Riley fronste en viel stil. Ze wilde het niet zeggen, maar afgunst leek een behoorlijk ongepaste emotie om te voelen over wat ze had doorgemaakt.

Wat dacht John dat er zich tijdens die vreselijke weken in Lanton had afgespeeld? Had hij er enig benul van hoe het voelde om de lichamen van twee van haar beste vriendinnen te vinden, met hun keel op brute wijze doorgesneden?

Wist hij wel hoe verschrikkelijk en verdrietig ze zich had gevoeld – en ook hoe schuldig?

De gedachte dat Trudy, haar kamergenoot, nog in leven zou zijn geweest als Riley beter op haar had gepast, achtervolgde haar nog steeds.

En had hij er enig benul van hoe doodsbang ze was geweest toen ze zelf in de klauwen van de moordenaar was gevallen?

Riley nam een slokje van haar frisdrank en prikte wat in haar eten met haar vork.

Toen zei ze, “Het was…nou ja, het was niet zoals jij lijkt te denken. Het was gewoon iets dat gebeurde.”

John keek haar nu oprecht bezorgd aan.

“Sorry,” zei hij. “Je wil er vast niet over praten.”

“Misschien een andere keer,” zei Riley.

Er viel een ongemakkelijke stilte. Riley wilde niet onbeschoft zijn en begon John vragen over zichzelf te stellen. Hij leek terughoudend om te praten over zijn leven en familie, maar Riley wist hem een beetje uit zijn schulp te trekken.

Johns ouders waren beiden prominente advocaten die diep in de politiek van DC zaten. Riley was onder de indruk – niet zozeer door Johns gegoede afkomst, maar door het feit dat hij had gekozen voor een andere richting dan de rest van zijn familie. In plaats van een prestigieuze juridische en politieke carriere, zette John zich in voor een bescheidener leven ten dienste van de ordehandhaving.

 

Een echte idealist, dacht Riley.

Ze betrapte zich erop dat ze hem vergeleek met Ryan, die zijn bescheiden achtergrond achter hem probeerde te laten door een succesvolle advocaat te worden.

Natuurlijk bewonderde ze Ryans ambitie. Het was een van de redenen waarom ze zo van hem hield. Maar ze moet John wel bewonderen om de keuzes die hij maakte.

Terwijl ze verder spraken, kreeg Riley de indruk dat John haar probeerde te charmeren.

Hij is met me aan het flirten, realiseerde ze.

Daar schrok ze een beetje van. Haar linkerhand lag in vol zicht op de tafel, dus hij kon toch zeker wel haar nieuwe verlovingsring zien.

Moest ze laten vallen dat ze verloofd was?

Ze had het idee dat dat nogal ongemakkelijk zou zijn – vooral als ze het bij het verkeerde eind had.

Misschien is hij helemaal niet met me aan het flirten.

Al snel begon John vragen over Riley te stellen, zorgvuldig het onderwerp van de moorden in Lanton vermijdend. Zoals gewoonlijk, vermeed Riley bepaalde onderwerpen – haar moeizame verhouding met haar vader, haar rebelse tienerjaren, en vooral dan dat ze als klein meisje had gezien hoe haar eigen moeder doodgeschoten werd.

Het kwam ook in Riley op dat, in tegenstelling tot Ryan of John, zij niet echt veel te zeggen had over haar toekomstdromen.

Wat zegt dat over me? Vroeg ze zich af.

Uiteindelijk begon ze te praten over haar ontluikende relatie met Ryan, en hoe ze zich net gisteren verloofd hadden – hoewel ze niet vermeldde dat ze zwanger was. Ze merkte geen bijzondere verandering in Johns gedrag.

Hij is duidelijk gewoon van nature charmant, dacht ze.

De gedachte dat ze de verkeerde conclusie had getrokken luchtte haar op, evenals het feit dat hij helemaal niet met haar had geflirt.

Hij was een aardige vent, en ze keek ernaar uit hem beter te leren kennen. Sterker nog, ze was er vrij zeker van dat John en Ryan het met elkaar zouden kunnen vinden. Misschien konden ze binnenkort een keer met z’n allen afspreken.

Toen de stagiaires klaar waren met hun maaltijd, verzamelde Hoke Gilmer hen en bracht hen een paar verdiepingen lager naar de grote kleedkamer die tijdens de periode van de tien weken hun hoofdkwartier zou zijn. Een jongere agent die Gilmer assisteerde wees elk van de stagiaires een kluisje toe. Toen gingen de stagiaires aan tafels en stoelen in het midden van de kamer zitten, en de jongere agent begon mobiele telefoons uit te delen.

Gilmer legde uit, “Binnenkort is het de eenentwintigste eeuw, en de FBI houdt er niet van om achter te lopen op de meest recente technologie. Dit jaar geven we geen pagers uit. Misschien hebben sommige van jullie al mobiele telefoons, maar we willen jullie een aparte geven om te gebruiken voor de FBI. Er zitten instructies in jullie orientatiepakket.”

Toen lachte Gilmer terwijl hij toevoegde, “Ik hoop maar dat jullie deze gemakkelijker kunnen leren gebruiken dan ik.”

Een paar van de stagiaires lachten mee terwijl ze naar hun nieuw speelgoed grepen.

Riley’s telefoon voelde raar en klein in haar hand. Ze was gewend aan grotere huistelefoons en had nog niet eerder een mobiele telefoon gebruikt. Hoewel ze computers had gebruikt in Lanton, en sommige van haar vrienden mobiele telefoons hadden, had zij er nog steeds geen. Ryan had al zowel een computer als een mobiele telefoon, en hij plaagde Riley soms met haar ouderwetse gebruiken.

Ze vond dat niet zo leuk. In werkelijkheid was de enige reden waarom ze geen computer of mobiele telefoon had dat ze het niet kon betalen.

Deze leek bijna precies op die van Ryan – heel simpel, met een klein scherm voor tekstberichten, een nummerblok en maar drie of vier andere knopjes. Toch was het een raar gevoel te beseffen dat ze niet eens wist hoe ze er een normaal telefoongesprek mee kon maken. Ze wist dat het ook heel vreemd zou zijn om constant per telefoon bereikbaar te zijn, waar ze ook was.

Ze herinnerde zichzelf eraan…

Ik begin een heel nieuw leven.

Riley merkte een groep van officieel-uitziende mensen op, voornamelijk mannen, die net de kleedkamer waren binnengekomen.

Gilmer zei, “Ieder van jullie zal tijdens jullie weken hier meelopen met een ervaren special agent. Ze zullen beginnen met jullie hun eigen specialisaties te leren – misdaadgegevens analyseren, forensisch werk, werk in het computerlaboratorium enzovoorts. We stellen jullie aan hen voor, en dan gaan zij er verder mee aan de slag.”

Terwijl de jongere agent elk van de stagiaires aan een toezichthoudende agent koppelde, realiseerde Riley zich al gauw…

Er is een agent minder dan er stagiaires zijn.

En ja hoor, toen alle stagiaires weg liepen met hun mentoren, zat Riley daar zonder een eigen mentor. Ze keek met perplexiteit naar Gilmer.

Gilmer glimlachte lichtjes en zei, “Je kan de agent met wie jij gaat meelopen vinden verderop in de gang in kamer negentien.”

Een beetje onbestendig verliet Riley de kleedkamer en liep de gang door tot ze de juiste kamer vond. Ze opende de deur en zag een korte man van middelbare leeftijd met een brede borst op een tafel zitten.

Riley snakte luid naar adem toen ze hem herkende.

Het was Special Agent Jake Crivaro – de agent met wie ze in Lanton had gewerkt, en die haar leven had gered.

HOOFDSTUK DRIE

Riley glimlachte toen ze Special Agent Jake Crivaro herkende. Ze had de hele morgen met vreemden doorgebracht en was bijzonder blij om zijn vertrouwde gezicht te zien.

Ik zou me waarschijnlijk niet moeten verbazen, dacht ze.

Per slot van rekening herinnerde ze zich wat hij haar in Lanton had verteld, terwijl hij haar de documenten voor het Honors Program had aangereikt…

“Ik kom in aanmerking voor pensioen, maar ik kan eventueel wat langer aanblijven om iemand als jij te helpen met beginnen.”

Hij had duidelijk specifiek gevraagd om Riley’s mentor te worden tijdens haar stage.

Maar Riley’s glimlach verdween algauw toen ze zich realiseerde…

Hij lacht niet terug.

Sterker nog, Agent Crivaro zag er niet uit alsof hij zelfs maar het kleinste beetje blij was om haar te zien.

Hij zat nog altijd op de tafel, kruiste zijn armen en knikte naar een kleurloze maar vriendelijk-uitziende man van in de twintig die naast hem stond. Crivaro zei…

“Riley Sweeney, dit is Special Agent Mark McCune, uit DC. Hij is mijn partner in een case waar ik vandaag aan werk.”

“Aangenaam,” zei Agent McCune met een glimlach.

“Hetzelfde,” zei Riley.

McCune leek beduidend vriendelijker dan Crivaro.

Crivaro ging van de tafel. “Je hebt maar mazzel, Sweeney. Terwijl de rest van de stagiaires binnen opgesloten zitten leren hoe je moet omgaan met archiefkasten en paperclips, ga jij rechtstreeks het veld in. Ik ben hier net uit Quantico gearriveerd om aan een drugszaak te werken. Je gaat met mij en Agent McCune mee – we gaan nu naar de plaats delict toe.”

Agent Crivaro schreed de kamer uit.

Terwijl Riley en Agent McCune hem volgden, dacht Riley…

Hij heeft me “Sweeney” genoemd.

In Lanton was ze eraan gewend geraakt dat hij haar “Riley” noemde.

Riley fluisterde tegen McCune, “Is Agent Crivaro ergens boos over ofzo?”

McCune haalde zijn schouders op en fluisterde terug, “Ik had eigenlijk gehoopt dat jij mij dat kon vertellen. Dit mijn eerste dag werken met hem, maar ik hoor dat jij al aan een case gewerkt hebt met hem. Ze zeggen dat je behoorlijk indruk op hem hebt gemaakt. Hij heeft de reputatie nogal kortaf te zijn. Zijn laatste partner is ontslagen, weet je.”

Riley zei bijna…

Nee, dat wist ik eigenlijk niet.

Ze had Crivaro nooit over een partner gehoord in Lanton.

Hoewel Crivaro gehard was, had ze hem nooit als “kortaf” beschouwd. Eigenlijk was ze hem gaan zien als een goedige vaderfiguur – bepaald anders dan haar echte vader.

Riley en McCune volgden Crivaro naar een auto op het FBI parkeerterrein. Niemand sprak terwijl Crivaro hen het gebouw uitreed en richting het noorden ging door de straten van DC.

Riley begon zich af te vragen of Crivaro ooit zou gaan uitleggen wat ze nou eigenlijk moesten doen als ze aankwamen waar het ook was dat ze naartoe gingen.

Uiteindelijk bereikten ze een louche-uitziende buurt. Langs de straten stonden rijen huizen waarvan Riley dacht dat deze ooit fijne woningen waren geweest, maar die nu in diepe staat van verval verkeerden.

Nog steeds met zijn handen aan het stuur, richtte Agent Crivaro zich eindelijk tot haar.

“Twee broers, Jaden en Malik Madison, runnen de laatste paar jaar een drugsoperatie vanuit deze buurt. Zij en hun bende hebben er een brutale openheid over – ze verkopen rustig op straat, alsof het een soort openluchtmarkt is. De plaatselijke politie kon niets doen om hen tegen te houden.”

“Waarom niet?” vroeg Riley.

Crivaro zei, “De bende let zorgvuldig op voor politie. Daarbij hebben ze de hele buurt doodsbang gemaakt – schietpartijen vanuit rijdende auto’s, dat soort dingen. Twee kinderen werden alleen maar neergeschoten omdat ze ergens stonden waar ze niet hadden moeten zijn. Niemand durfde met de politie te praten over wat er aan de gang was.”

Crivaro bekeek de rijen huizen, en vervolgde.

“Een paar dagen geleden is de FBI om hulp gevraagd. Vanmorgen nog heeft een van onze undercovers Jaden weten te arresteren. Zijn broer Malik is nog steeds op vrije voeten, en de bende heeft zich verspreid. Die zullen niet gemakkelijk te pakken zijn. Maar dankzij de arrestatie hebben we een huiszoekingsbevel weten te krijgen om de huizen te doorzoeken waarin ze hun werk verrichtten.”

Riley vroeg, “Als de bende nog steeds actief is, gaan ze niet gewoon de zaak weer opstarten?”

McCune zei, “Daar kan de lokale politie wel echt iets aan doen. Ze zijn van plan een ‘ministation’ op te zetten, midden op het trottoir – niet meer dan een picknicktafel en stoelen bemand door een paar agenten in uniform. Ze gaan samenwerken met de plaatselijke bewoners om te voorkomen dat het niet weer gebeurt.”

Riley vroeg bijna…

Gaan ze dan niet gewoon weer beginnen in een andere buurt?

Maar ze wist dat dat een stomme vraag was. Natuurlijk zou de bende elders opnieuw beginnen – tenminste, als ze niet werden opgepakt. En dan konden de politie en de FBI het werk van voor af aan beginnen. Zo werkte dat in deze branch.

Crivaro stopte de auto en wees naar het dichtstbijzijnde huis.

“In die daar is er al een huiszoeking aan de gang,” zei hij. “En wij zijn hier om mee te helpen.”

Terwijl ze de auto uitstapten, dreigde Crivaro streng met een vinger naar Riley.

“En met “wij” bedoel ik Agent McCune en ik. Jij bent hier om te observeren en leren. Dus waag het niet om ons voor de voeten te lopen. En raak niets aan.”

Zijn woorden verkilden Riley. Maar ze knikte gehoorzaam.

De geüniformeerde agent die in de deuropening stond leidde hen naar binnen. Riley zag direct dat een grote operatie reeds aan de gang was. De nauwe hal krioelde van de plaatselijke politie en agenten met FBI-jacks. Ze legden wapens en zakken drugs op een hoop in het midden van de vloer.

Crivaro zag er tevreden uit. Hij zei tegen een van de FBI mannen, “Lijkt erop dat jullie een goudmijntje gevonden hebben.”

De FBI man lachte en zei, “We zijn er vrij zeker van dat dit nog maar het begin is. Er moeten een hoop contanten ergens rondliggen, maar we hebben die nog niet gevonden. Dit soort huis heeft behoorlijk wat plekken om dingen te verstoppen. Onze jongens zijn iedere centimeter aan het uitkammen.

Riley volgde Crivaro en McCune de trap op naar de tweede verdieping.

Ze kon nu zien dat het huis, en kennelijk de andere erom heen, groter was dan het er van buiten uitzag. Hoewel het nauw was, was het ook diep, met flink veel kamers langs de gangen. Naast de twee verdiepingen die zo te zien waren, verwachtte Riley dat het huis ook een zolder en kelder had.

Bovenaan de trap botsten vier agenten bijna op Crivaro terwijl ze een van de kamers uit kwamen.

“Hier niks,” zei een van de agenten.

“Weet je dat zeker?” vroeg Crivaro.

“We hebben hem uit en te treuren doorzocht,” zei de andere agent.

 

Toen riep een stem vanuit de kamer direct aan de andere kant van de gang…

“He, ik denk dat we hier een goede vondst hebben!”

Riley liep achter Crivaro en McCune de gang door. Voor ze hen de kamer in kon volgen, stak Crivaro zijn hand uit en hield haar tegen.

“Ho ho,” zei hij tegen haar. “Jij kan precies hier in de hal blijven kijken.”

Riley stond net buiten de deur en zag vijf mannen de kamer doorzoeken. Degene die Jake had geroepen stond naast een rechthoekige vorm aan de muur.

Hij zei, “Het lijkt erop dat dit ooit een dienstlift was. Wil je een gokje wagen dat we er iets in vinden?”

“Breek het open,” zei Crivaro.

Riley nam een stop naar voren om te zien wat ze aan het doen waren.

Jake keek haar aan en riep…

“He, Sweeney. Wat heb ik je net nou gezegd?”

Riley zou net gaan uitleggen dat ze niet van plan was naar binnen te komen toen Jake een agent beval…

“Doe die klotedeur dicht/”

De deur sloeg dicht in Riley’s gezicht. Riley daar stond in de gang en was geschokt en vernederd.

Waarom is Agent Crivaro toch zo boos op me? vroeg ze zich af.

Er kwam nu een hoop lawaai vanuit de kamer. Het klonk alsof iemand de plek waar de dienstlift in de muur had gezeten met breekijzer aan het bewerken was. Riley had graag gezien wat er gebeurde, maar het was uitgesloten dat ze de deur weer zou openen.

Ze liep de gang door en naar de kamer aan de andere kant, de kamer waarvan de agenten gezegd hadden dat die al doorzocht was. Stoelen en meubels lagen op hun kant, en een tapijtje dat kennelijk was opgetild en weer neergekwakt lag in kreukels.

In haar eentje liep Riley naar het raam dat op de straat uitkeek.

Buiten zag ze wat enkelingen die met een stevige pas voortbewogen alsof ze haast hadden om hun bestemming te bereiken.

Ze voelen zich niet veilig daarbuiten, realiseerde ze zich. Ze vond het een intens treurige gedachte.

Ze vroeg zich af hoe lang geleden het in deze buurt voor het laatst prettig wonen was geweest.

Ze vroeg zich ook af…

Maakt het echt iets uit wat we doen?

Riley probeerde zich een voorstelling te maken van hoe het leven hier kon zijn nadat het “ministation” waar Agent McCune het over had geïnstalleerd was. Zouden de buurtbewoners zich echt veiliger voelen met een paar agenten aan een picknicktafel?

Riley zuchtte terwijl de schaarse mensen op straat zich voorthaastten naar hun respectievelijke bestemmingen.

Ze besefte dat ze zichzelf de verkeerde vraag stelde.

Er is geen “we” – tenminste, nog niet.

Ze nam helemaal geen deel aan deze operatie. En Agent Crivaro liet bepaald niet blijken dat hij enig vertrouwen in haar had.

Ze keerde zich af van het raam en ging naar de deur. Terwijl ze over het gekreukte tapijt passeerde, hoorde ze een vreemd geluid onder haar voeten. Ze stopte en bleef er een tijdje staan. Toen tikte ze met haar hiel tegen de vloer.

Waar ze stond klonk het vreemd en hol.

Ze liep over de rand van het tapijt en trok het van dat deel van de vloer.

Ze zag niks bijzonders, gewoon een simpele vloer van hout.

Ik heb het me gewoon ingebeeld, dacht ze.

Ze herinnerde zich wat een van de agenten had gezegd terwijl hij de kamer verliet.

“We hebben hem uit en te treuren doorzocht.”

Dan ging zij niet even iets vinden dat vier FBI agenten over het hoofd hadden gezien.

En toch wist ze zeker dat ze iets raars had gehoord. Ze zou het niet hebben opgemerkt als iemand anders zich door de kamer had bewogen. Ze merkte het alleen op omdat het hier stil was.

Ze maakte een paar passen naar de zijkant en tikte met haar hiel tegen de vloer. Daar klonk de vloer weer als een stuk. Toen hurkte ze en klopte met haar knokkels op de plek die ze eerder had opgemerkt.

En ja hoor, het klonk hier inderdaad hol. Ze kon nog steeds niets van een opening zien, maar…

Ik vraag het me af.

Ze kon zien dat een van de planken korter was dan de andere. Aan een uiteinde had het een donker vlekje dat eruit zag als een gewone knoest.

Riley drukte met haar vinger op de knoest.

Ze sprong bijna een meter in de lucht toen de plank aan dat eind een stukje omhoog sprong.

Ik heb iets gevonden! dacht ze.

Ik heb echt iets gevonden!

Купите 3 книги одновременно и выберите четвёртую в подарок!

Чтобы воспользоваться акцией, добавьте нужные книги в корзину. Сделать это можно на странице каждой книги, либо в общем списке:

  1. Нажмите на многоточие
    рядом с книгой
  2. Выберите пункт
    «Добавить в корзину»