Wachten

Текст
0
Отзывы
Читать фрагмент
Отметить прочитанной
Как читать книгу после покупки
Шрифт:Меньше АаБольше Аа

W A C H T E N

(HOE RILEY PAIGE BEGON — BOEK 2)

B L A K E P I E R C E

Blake Pierce

Blake Pierce is de auteur van de bestseller reeks RILEY PAGE mysteries die dertien boeken telt (en er komen er nog steeds bij) Blake Pierce is ook de auteur van de spannende reeks over MACKENZIE WHITE, die bestaat uit negen boeken (en er komen er steeds bij); van de spannende reeks over AVERY BLACK, die uit zes boeken bestaat; van de spannende reeks over KERI LOCKE, die uit vijf boeken bestaat; van de HOE RILEY PAIGE BEGON reeks, die bestaat uit twee boeken (en er komen er nog steeds bij); van de spannende reeks over KATE WISE, die uit twee boeken bestaat (en er komen er nog steeds bij); van de spannende reeks psychologische thrillers over CHLOE FINE, die bestaat uit twee boeken (en er komen er nog steeds bij); en van de spannende reeks psychologische thrillers over JESSIE HUNT, die bestaat uit drie boeken (en er komen er nog steeds bij).

Als verwoede lezer en levenslange fan van het mystery en thriller genre, hoort Blake graag wat u te vertellen heeft, bezoek dus www.blakepierceauthor.com om meer te weten te komen en contact te houden.

Copyright © 2018 door Blake Pierce. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de US Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie gereproduceerd, gedistribueerd of verzonden worden in welke vorm of op welke manier dan ook, of opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Dit e-boek is alleen voor persoonlijk plezier gelicentieerd. Dit e-boek mag niet doorverkocht worden of worden weggegeven aan andere mensen. Als je dit boek met een andere persoon wilt delen, koop dan voor elke ontvanger een extra exemplaar. Als je dit boek leest en het niet hebt gekocht of het niet alleen voor jouw gebruik is gekocht, stuur het dan terug en koop je eigen exemplaar. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur. Dit is een fictief werk. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn ofwel het product van de verbeelding van de auteur of worden fictief gebruikt. Elke gelijkenis met werkelijke personen, levend of dood, is geheel toevallig. Jas afbeelding Copyright Korionov, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com

.

BOEKEN VAN BLAKE PIERCE

SPANNENDE, PSYCHOLOGISCHE THRILLERS MET JESSIE HUNT

DE PERFECTE ECHTGENOTE (boek 1)

DE PERFECTE WIJK (boek 2)

RILEY PAIGE MYSTERIE-SERIE

EENS WEG (boek 1)

EENS GEPAKT (boek 2)

EENS BEGEERD (boek 3)

EENS GELOKT (boek 4)

EENS GEJAAGD (boek 5)

EENS WEGGEKWIJND (boek 6)

HOE RILEY PAIGE BEGON SERIE

IN DE GATEN (boek 1)

WACHTEN (boek 2)

AVERY BLACK MYSTERIE-SERIE

MOORD MET EEN HOGER DOEL (boek 1)

OP DE VLUCHT VOOR HOGERE KRACHTEN (boek 2)

SCHUILEN VOOR HOGE VLAMMEN (boek 3)

REDEN OM BANG TE ZIJN (boek 4)

REDEN OM TE REDDEN (boek 5)

MACKENZIE WITTE MYSTERIE-SERIE

VOORDAT HIJ DOODT (boek 1)

VOORDAT ZE ZIET (boek 2)

KATE WISE MYSTERIE SERIE

WIST ZE MAAR (boek 1)

INHOUDSOPGAVE

PROLOOG

HOOFDSTUK EEN

HOOFDSTUK TWEE

HOOFDSTUK DRIE

HOOFDSTUK VIER

HOOFDSTUK VIJF

HOOFDSTUK ZES

HOOFDSTUK ZEVEN

HOOFDSTUK ACHT

HOOFDSTUK NEGEN

HOOFDSTUK TIEN

HOOFDSTUK ELF

HOOFDSTUK TWAALF

HOOFDSTUK DERTIEN

HOOFDSTUK VEERTIEN

HOOFDSTUK VIJFTIEN

HOOFDSTUK ZESTIEN

HOOFDSTUK ZEVENTIEN

HOOFDSTUK ACHTTIEN

HOOFDSTUK NEGENTIEN

HOODSTUK TWINTIG

HOOFDSTUK EENENTWINTIG

HOOFDSTUK TWEEENTWINTIG

HOOFDSTUK DRIEENTWINTIG

HOOFDSTUK VIERENTWINTIG

HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG

HOOFDSTUK ZESENTWINTIG

HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG

HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG

HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG

HOOFDSTUK DERTIG

HOOFDSTUK EENENDERTIG

HOOFDSTUK DRIEENTWINTIG

HOOFDSTUK DRIEENDERTIG

HOOFDSTUK VIERENDERTIG

HOOFDSTUK VIJFENDERTIG

HOOFDSTUK ZESENDERTIG

HOOFDSTUK ZEVENENDERTIG

HOOFDSTUK ACHTENDERTIG

HOOFDSTUK NEGENENDERTIG

HOOFDSTUK VEERTIG

HOOFDSTUK EENENVEERTIG

HOOFDSTUK TWEEENVEERTIG

HOOFDSTUK DRIEENVEERTIG

HOOFDSTUK VIERENVEERTIG

PROLOOG

In eerste instantie kon Janet Davis nergens anders aan denken dan aan de verschrikkelijke pijn die door haar schedel rammelde als duizend castagnetten die geen maat konden houden.

Haar ogen waren dicht. Toen ze hen probeerde te openen werd ze verblind door helwit licht, en ze moest haar ogen ogenblikkelijk weer sluiten.

Het licht viel heet op haar gezicht.

Waar ben ik toch? vroeg ze zich af.

Waar was ik voordat…voordat dit gebeurde?

Toen begon het weer naar boven te komen…

Ze was foto’s gaan maken in het moeras bij het Lady Bird Johnsonpark. De zomer was te vergevorderd om de miljoenen narcissen daar te zien bloeien, maar de kornoeljebladeren waren prachtig diepgroen, vooral bij zonsondergang.

Ze had in de jachthaven gestaan om foto’s te nemen van de boten gehuld in schaduw, en de prachtige dans van de zonsondergang op het water. Voor ze zich zelfs maar kon omdraaien om te kijken, had ze een scherpe klap gevoeld op haar achterhoofd, en de camera was uit haar handen gevlogen, en…

Toen zal ik wel bewusteloos zijn geraakt.

Maar waar was ze nu?

Ze was nog te versuft om echt bang te zijn. Maar ze wist dat de angst snel zou komen. Langzamerhand werd ze zich ervan bewust dat ze plat op haar rug op een harde ondergrond lag. Ze kon haar armen en benen niet bewegen. Er zat geen gevoel in haar handen en voeten door de strakke bindingen om haar polsen en enkels.

Maar het raarste gevoel van al was dat van vingers op haar gezicht, die iets zachts en vochtigs op haar hete huid smeren.

Ze wist een paar schorre woorden uit te brengen.

“Waar ben ik? Waar ben je mee bezig?”

Toen er geen antwoord klonk, draaide ze met haar hoofd in een poging om aan de irriterende bewegingen van de slijmerige vingertoppen te ontsnappen.

Ze hoorde een mannenstem fluisteren…

“Stilzitten.”

Ze dacht er niet aan stil te zitten. Ze bleef wriemelen tot de vingers zich verwijderden.

Ze hoorde een luide, afkeurende zucht. Toen verschoof het licht, zodat het niet langer op haar gezicht gericht was.

 

“Doe je ogen open,” zei de stem.

Ze deed het.

Voor haar glansde het scherpe lemmet van een slagersmes. De punt van het mes begon haar gezicht te naderen, waardoor ze scheel ging kijken en het lemmet dubbel zag.

Janet zoog de adem in, en de stem fluisterde weer…

“Stilzitten.”

Ze verstijfde en keek recht omhoog, maar een vlaag van doodsangst schoot door haar lichaam.

De stem siste weer een bevel.

“Stil, zei ik.”

Ze dwong haar lichaam stil te blijven. Haar ogen waren geopend, maar het felle licht was pijnlijk en heet, en ze kon niets duidelijk zien.

Het mes verdween, en de vingers pakten het smeren weer op, ditmaal rond haar lippen. Ze knarste met haar tanden, en kon ze daadwerkelijk tegen elkaar horen schuren met verschrikkelijke druk.

“Bijna klaar,” zei de stem.

Ondanks de hitte begon Janets gehele lichaam te rillen van angst.

De vingers begonnen nu rondom haar ogen te drukken, en ze moest die sluiten om te voorkomen dat wat de man ook over haar aan het smeren was niet in haar ogen geraakte.

Toen verwijderden de vingers zich van haar gezicht en kon ze haar ogen weer openen. Nu kon ze het silhouet zien van een groteske gevorm hoofd dat zich in het helse licht verplaatste.

Ze voelde een bange snik uit haar keel losbarsten.

“Laat me gaan,” zei ze. “Laat me alsjeblieft gaan.”

De man zei niets. Nu voelde ze hem morrelen met haar linkerarm, iets elastisch om haar bicep binden, en dat pijnlijk straktrekken.

Janet raakte nu nog meer in paniek, en ze probeerde zich niet in te denken wat haar te gebeuren stond.

“Nee,” zei ze. “Niet doen.”

Ze voelde een vinger tegen de binnenkant van haar elleboog duwen, en toen kwam de stekende pijn van een naald die een bloedvat binnentrad.

Janet gilde van angst en wanhoop.

Maar terwijl ze de naald uit haar voelde gaan, werd ze bevangen door een vreemde verandering.

Haar schreeuw veranderde plotseling in…

Lachen!

Ze lachte dolgedraaid, zonder controle, met een krankzinnige euforie die ze nooit eerder had ervaren.

Ze voelde zich nu warempel onoverwinnelijk, en oneindig sterk en oppermachtig.

Maar toen ze zich weer van de boeien om haar polsen en enkels probeerde te bevrijden, gaven ze niet mee.

Haar gelach veranderde in een stroom van blinde razernij.

“Laat me los,” siste ze. “Laat me los, of ik zweer het, ik maak je af!”

De man fluisterde een lach.

Toen draaide hij de metalen lampenkap zo dat het licht op zijn gezicht scheen.

Het was het gezicht van een clown, witgeschilderd met gigantische, bizarre ogen en lippen in zwart en rood getekend.

Janets adem bevroor in haar longen.

De man glimlachte. In tegenstelling tot de felle kleuren op zijn gezicht hadden zijn tanden een doffe, gele kleur.

Hij sprak haar aan…

“Ze gaan je achterlaten.”

Janet wilde vragen…

Wie?

Over wie heb je het?

En wie ben jij?

Waarom doe je me dit aan?

Maar nu kon ze zelfs niet meer ademen.

Het mes flitste weer voor haar gezicht. Toen trok de man de scherpe punt lichtjes over haar wang, langs de zijkant van haar gezicht, en toen over haar keel. Een hele lichte druk maar, en Janet wist dat het mes haar zou laten bloeden.

Ze begon weer te ademen, eerst met oppervlakkige horten en stoten, toen met diepe teugen lucht.

Ze wist dat ze begon te hyperventileren, maar ze kreeg haar adem niet onder controle. Ze kon haar hart in haar borst voelen bonzen, kon de wilde hartslag voelen en horen tussen haar oren, steeds sneller en luider.

Ze vroeg zich af…

Wat zat er in die naald?

Wat het ook was, het begon steeds meer vat op haar te krijgen. Ze kon niet ontsnappen aan wat er in haar eigen lichaam gebeurde.

Terwijl hij haar gezicht met het mespunt bleef strelen, murmelde hij…

“Ze gaan je achterlaten.”

Ze kon nog net kreunen…

“Wie? Wie gaan me achterlaten?”

“Je weet wel,” zei hij.

Janet besefte dat ze de macht over haar gedachten kwijt begon te raken. Gedachteloze zenuwen en paniek, onzinnige gevoelens van achtervolging en slachtofferrol.

Over wie heeft hij het?

Beelden van vrienden en familieleden en collega’s gingen door haar hoofd.

Maar de vertrouwde, vriendelijke glimlach op hun gezichten veranderde in sneren van minachting en haat.

Iedereen, dacht ze.

Iedereen doet me dit aan.

Iedere persoon die ik ken.

Weer voelde ze een vlaag van woede.

Ik had moeten weten dat ik niemand moest vertrouwen.

Erger nog, het was alsof haar huid letterlijk aan het bewegen was.

Nee, alsof er iets over haar huid kroop.

Insecten! dacht ze.

Wel duizenden!

Ze worstelde met haar boeien.

“Sla ze van me af!” smeekte ze de man. “Sla ze dood!”

De man grinnikte terwijl hij haar bleef aanstaren, door zijn groteske make-up.

Hij bood geen hulp aan.

Hij weet iets, dacht Janet.

Hij weet iets dat ik niet weet.

Toen, terwijl het gekruip gestaag doorging, begreep ze het…

De insecten…

Ze kruipen niet over mijn huid.

Ze kruipen eronder!

Ze begon steeds sneller te ademen, en haar longen brandden alsof ze een lange afstand gerend had. Haar hart bonsde nog pijnlijker.

Haar hart ontplofte met een hele reeks van gewelddadige emoties – razernij, angst, walging, paniek, een totale perplexiteit.

Had de man duizenden, misschien zelfs miljoenen, insecten in haar bloedbaan gespoten?

Hoe was dat nu mogelijk?

Met een stem die trilde van woede en zelfmedelijden, vroeg ze…

“Waarom heb je zo’n hekel aan me?”

Ditmaal grinnikte de man luider.

Hij sprak: “Iedereen heeft een hekel aan jou.”

Nu begon Janet moeilijk te zien. Het was niet dat haar zicht troebel werd. In plaats daarvan begon het tafereel voor haar te horten en te stoten en te springen. Ze dacht dat ze haar oogballen in hun kassen kon horen ratelen.

Dus toen haar oog op een tweede clowngezicht viel, dacht ze dat ze dubbel zag.

Maar al gauw besefte ze…

Dit is een nieuw gezicht.

Het was geschminkt in dezelfde kleuren, maar de vormen verschilden wat.

Dat is hem niet.

De trekken onder de schmink waren bekend.

Toen wist ze het…

Ik. Dat ben ik.

De man hield haar een spiegel voor het gezicht. Het afgrijselijke, opzichtige gezicht dat terugkeek was dat van haar.

De aanblik van dat vervormde, jankende, en tegelijkertijd spottende gelaat vervulde haar met een afkeer die ze niet eerder gekend had.

Hij heeft gelijk, dacht ze.

Iedereen haat me.

En ik ben zelf mijn grootste vijand.

Alsof ze haar walging deelden, renden de beestjes onder haar huid in de wilde weg rond als kakkerlakken die plotseling aan het zonlicht blootgesteld werden maar nergens heen konden vluchten.

De man legde de spiegel neer en begon haar gezicht weer met het mespunt te strelen.

Wederom zei hij…

“Ze gaan je achterlaten.”

Terwijl het mes zich over haar keel bewoog, bedacht ze…

Als hij in me snijdt kunnen de insecten ontsnappen.

Natuurlijk zou het mes haar ook doden. Maar dat leek een goede ruil voor bevrijd te zijn van de insecten en deze vreselijke angst.

Ze siste…

“Doe het dan. Doe het nu.”

Plotseling was de lucht gevuld met lelijk en vervormd gelach, alsof duizenden clowns zich luidruchtig verkneukelden over haar leed.

Het gelach dreef haar hart harder en sneller te bonzen. Janet wist dat haar hart dit met geen mogelijkheid langer aan zou kunnen.

En dat wilde ze niet.

Ze wilde dat het zo gauw mogelijk zou stoppen.

Ze merkte dat ze hartslagen aan het tellen was…

Een, twee…drie, vier, vijf…zes…

Maar de hartslagen werden zowel sneller als onregelmatiger.

Ze vroeg zich af – wat zou er eerder ontploffen, haar hart of haar hersenen?

Toen hoorde ze eindelijk haar allerlaatste hartslag, en de wereld verdween.

HOOFDSTUK EEN

Riley begon te lachen toen Ryan de doos met boeken uit haar handen greep.

Ze zei, “Laat me op z’n minst iets dragen, OK?”

“Het is te zwaar,” zei Ryan. Hij bracht de doos naar de lege boekenkast. “Dat moet je niet tillen.”

“Kom nou, Ryan. Ik ben zwanger, niet ziek.”

Ryan zette de doos neer voor de boekenkast en veegde zijn handen af.

“Jij mag de boeken uit de doos halen en in de kast doen,” zei hij.

Riley moest weer lachen.

Ze zei, “Wil je me zeggen dat je me toestemming geeft om te helpen met het verhuizen naar ons appartement?”

Nu zag Ryan er gegeneerd uit.

“Zo bedoelde ik het niet,” zei hij. “Ik bedoel alleen – nou ja, ik maak me druk.”

“En ik blijf je vertellen dat er niks is om je zorgen over te maken,” zei Riley. “Ik ben net zes weken zwanger, en ik voel me prima.”

Ze wilde niet over haar sporadische ochtendmisselijkheid beginnen. Tot dusverre was het niet heel zwaar geweest.

Ryan schudde zijn hoofd. “Doe gewoon een beetje rustig aan, OK?”

“Doe ik,” zei Riley, “Ik beloof het.”

Ryan knikte en liep terug naar de stapel dozen die nog uitgepakt moesten worden.

Riley wurmde een van de kartonnen dozen voor haar open en begon boeken op de planken te regelen. Ze vond het eigenlijk wel prettig om stil te zitten, en simpele klusjes te doen. Ze besefte dat haar hoofd meer rust kon gebruiken dan haar lichaam.

De laatste paar dagen hadden in een stroomversnelling gezeten.

De laatste paar weken eigenlijk ook.

Haar afstuderen met een psychologiediploma van Lanton University was een dolle dag geweest waarin alles volledig op zijn kop gezet was. Meteen na ceremonie had een FBI agent haar gerekruteerd voor het tien weken durende Honors Internship Summer Program van het bureau. Direct daarna had Ryan haar gevraagd om met hem te gaan samenwonen wanneer hij met zijn nieuwe baan begon.

Het ongelofelijkste was dat zowel haar stageprogramma als Ryans nieuwe baan in Washington D.C. waren. Ze had dus niet hoeven te kiezen.

In ieder geval ging hij niet over de rooie toen ik hem vertelde dat ik al zwanger was, dacht ze.

Sterker nog, hij had toen dolgelukkig geleken. De zenuwen over het idee dat er een baby op komst was waren er in de dagen na het afstuderen wel wat meer bij hem ingeslopen – maar Riley was er zelf ook behoorlijk nerveus over.

Ze kon de gedachte alleen al nauwelijks vatten. Ze begonnen net aan een leven samen, en binnenkort zouden ze partners zijn in de grootste verantwoordelijkheid die Riley zich kon indenken – het grootbrengen van hun eigen kind.

We moeten maar zorgen dat we er klaar voor zijn, dacht Riley.

Intussen was het een vreemd gevoel om haar oude psychologieboeken op de planken te plaatsen. Ryan had geprobeerd haar te overreden om hen te verkopen, en ze wist wel dat ze dat waarschijnlijk ook moest doen…

Laten we wel wezen, we kunnen iedere cent die we binnenhalen gebruiken.

Toch had ze het gevoel dat ze hen in de toekomst nodig zou hebben. Ze wist alleen niet waarom of waarvoor.

Trouwens, in die doos zaten ook een hoop rechtenboeken van Ryan, en het was niet eens in hem opgekomen die te verkopen. Natuurlijk zou hij hen waarschijnlijk gebruiken in zijn nieuwe baan als beginnend advocaat bij advocatenkantoor Parsons en Rittenhouse in DC.

Toen de doos leeg was en alle boeken op de planken stonden, ging Riley op de vloer naar Ryan zitten kijken, die onrustig meubelstukken bleef duwen en verplaatsen alsof hij voor alles een perfecte plek zocht.

Riley onderdrukte een zucht…

Arme Ryan.

Ze wist dat hij helemaal niet blij was met dit kelderappartement. Hij had een leuker appartement gehad in Lanton, met hetzelfde meubilair dat ze hier naar toe hadden gebracht – een vrolijke ratjetoe van tweedehands spullen.

Wat haar betrof stonden Ryan’s dingen hier best goed. En ze had hoegenaamd geen probleem met het kleine appartement. In Lanton had ze kunnen wennen aan een campuskamertje, dus deze ruimte was in vergelijking ware luxe, ondanks de bedekte buizen die boven de slaapkamer en de keuken hingen.

 

De appartementen op de bovenverdiepingen waren inderdaad een heel stuk mooier, maar deze was de enige beschikbare geweest. Toen Ryan het voor het eerst had bezichtigd, had hij bijna geweigerd het te huren. Maar waar het op neerkwam was dat dit het beste was dat ze zich konden veroorloven. Ze waren al financieel overbelast. Ryan zat aan de limiet van zijn credit card door verhuiskosten, de aanbetaling op het appartement, en al het andere dat ze nodig hadden voor deze gigantische verandering in hun leven.

Ryan keek eindelijk naar Riley en zei, “Zullen we even pauze nemen?”

“Prima,” zei Riley.

Riley stond op en ging aan de keukentafel zitten. Ryan greep twee frisdrankjes uit de koelkast en ging bij haar zitten. Ze vielen met z’n tweeën stil, en Riley voelde meteen aan dat Ryan iets dwars zat.

Uiteindelijk hamerde Ryan met zijn vingers op de tafel en zei…

“Uh, Riley, we moeten iets bespreken.”

Dit klinkt inderdaad serieus, dacht ze.

Ryan viel weer stil, en zijn ogen staarden de verte in.

“Je gaat het toch niet met me uitmaken, he?” vroeg ze.

Geintje, natuurlijk.

Maar Ryan lachte niet. Hij leek de vraag nauwelijks opgemerkt te hebben.

“Huh? Nee, helemaal niet, alleen…”

Zijn stem vlakte af, en nu begon Riley echt nerveus te worden.

Wat is er toch? vroeg ze zich af. Is die baan van Ryan niet doorgegaan ofzo?

Ryan keek Riley in de ogen en zei…

“Niet lachen, goed?”

“Waarom zou ik lachen?” vroeg Riley.

Licht bevend ging Ryan van zijn stoel en knielde voor haar neer.

En toen besefte Riley…

Oh God! Hij gaat een aanzoek doen!

En warempel, ze begon te lachen. Het was een zenuwachtig lachje, natuurlijk.

Ryan bloosde diep.

“Ik zei toch dat je niet moest lachen,” zei hij.

“Ik lach je niet uit,” zei Riley. “Vooruit, zeg maar wat je wil zeggen. Ik weet vrij zeker…nou ja, ga maar.”

Ryan tastte rond in zijn broekzak en haalde er een klein zwart sieradendoosje uit. Hij opende het en onthulde een bescheiden maar mooie diamanten ring. Riley zoog onwillekeurig de adem in.

Ryan stamelde…

“Uh, Riley Sweeney, zou je – wil je met me trouwen?”

Met een niet-geslaagde poging om haar zenuwachtig gegiechel tegen te houden, wist Riley uit te brengen…

“Oh ja hoor. Absoluut.”

Ryan plukte de ring uit de doos, en Riley strekte haar linkerhand uit en liet hem deze om haar vinger plaatsen.

“Wat is hij mooi,” zei Riley. “En nu opstaan, kom bij me zitten.”

Ryan glimlachte schaapachtig toen hij naast haar aan de tafel ging zitten.

“Was het knielen teveel?” vroeg hij.

“Het knielen was perfect,” zei Riley. “Alles is gewoon…perfect.”

Een moment staarde ze gefascineerd naar de kleine diamanten ring aan haar ringvinger. Haar nerveuze lachaanval was overgegaan, en nu voelde ze een brok emotie in haar keel ontstaan.

Dit had ze werkelijk niet zien aankomen. Ze had er zelfs niet op durven hopen – of in ieder geval niet zo snel.

Maar hier zaten zij en Ryan dan weer een nieuwe enorme stap in hun leven te nemen.

Terwijl ze de dans van het licht op de diamant zat te bekijken, zei Ryan…

“Ooit krijg je een betere ring van me.”

Riley schrok.

“Waag het niet!” zei ze. “Dit is voor altijd mijn enige verlovingsring!”

Maar terwijl ze naar de ring staarde, dacht ze bezorgd…

Hoe duur was dit?

Alsof hij haar gedachten kon lezen, zei Ryan…

“Maak je maar niet druk over de ring.”

Met Ryans geruststellende glimlach verdween haar bezorgdheid meteen. Ze wist dat hij niet dom was als het op geld aankwam. Hij had de ring waarschijnlijk met een stevige korting gekregen – hoewel ze hem die vraag nooit zou stellen.

Riley bemerkte toen dat Ryan met een verdrietige blik rondkeek in het appartement.

“Is er iets loos?” vroeg ze.

Ryan slaakte een zucht en zei, “Ik ga een beter leven voor je creëren. Dat beloof ik.”

Vreemd genoeg schokte dat Riley.

Ze vroeg, “Wat is er mis met het leven dat we nu leiden? We zijn nog jong en we zijn verliefd en er is een baby op komst en -”

“Je snapt wat ik bedoel,” viel Ryan haar in de rede.

“Nee, dat denk ik eigenlijk niet,” zei Riley.

Er viel een stilte tussen hen.

Ryan zuchtte weer en zei, “Hoor eens, ik begin morgen aan een baan met een startsalaris. Ik heb nu niet echt het gevoel dat ik het gemaakt heb in de wereld. Maar het is een goed bedrijf, en als ik er blijf kan ik me opwerken en misschien ooit zelfs partner worden.”

Riley keek hem met vaste blik aan.

“Ooit, zeker,” zei ze. “Maar je bent al prima begonnen. En ik ben blij met wat we nu op dit moment hebben.”

Ryan haalde zijn schouders op. “We hebben niet veel. Om te beginnen hebben we maar een auto, en ik heb die nodig om naar het werk te gaan, wat betekent…”

Riley viel hem in de rede, “Wat betekent dat ik iedere ochtend de metro naar het trainingsprogramma neem. Wat is daar mis mee?”

Ryan boog over de tafel en pakte haar hand.

“Het is twee straten lopen van en naar de dichtstbijzijnde metrohalte,” zei hij. “En dit is niet de veiligste buurt van de hele wereld. Er is al een keer ingebroken in de auto. Ik ben er niet blij mee dat je daar in je eentje moet lopen. Ik maak me zorgen.”

Riley werd bevangen door een merkwaardig, onbehaaglijk gevoel. Ze wist niet helemaal zeker wat voor gevoel dat precies was.

Ze zei, “Is het niet in je opgekomen dat ik dit eigenlijk wel een leuke buurt vind? Ik heb mijn hele leven op het platteland in Virginia gewoond. Dit is een spannende verandering, een avontuur. En je weet ook dat ik kranig ben. Mijn vader was kapitein bij de Marine. Die heeft me wel geleerd hoe ik me kan weren.

Ze voegde bijna toe…

En ik heb een paar maanden geleden een aanval door een seriemoordenaar overleefd, weet je nog?

Niet alleen had ze het overleefd, ze had de FBI geholpen om de moordenaar op te sporen en hem ter verantwoording te brengen. Daarom had ze het aanbod gekregen om mee te doen met het trainingsprogramma.

Maar ze wist dat Ryan nu niks van dat alles wilde horen. Zijn mannelijke trots was op dat moment wat fragiel.

En Riley realiseerde zich iets…

Daar stoor ik me verschrikkelijk aan.

Riley koos haar woorden met zorg, en probeerde niet iets verkeerds te zeggen…

“Ryan, weet je, een beter leven voor ons maken is niet alleen jouw zorg. Het is ons beider zorg. Ik ga er ook invloed op hebben. Ik ga zelf ook een carrière opbouwen.”

Ryan keek fronsend weg.

Riley onderdrukte een zucht toen ze besefte…

Heb ik toch nog het verkeerde gezegd.

Het was haar bijna ontschoten dat Ryan haar zomerstage niet van harte goedkeurde. Ze had hem eraan herinnerd dat het maar tien weken was en dat het geen fysieke training was. Ze zou alleen maar agenten aan het werk observeren, voor het grootste deel binnen. Trouwens, ze dacht dat het misschien zelfs zou leiden tot een kantoorbaan, precies hier in het FBI-hoofdkantoor.

Daarna had hij het wat meer aanvaard, maar enthousiast was hij zeker niet te noemen.

Maar ja, Riley wist ook helemaal niet wat hij het liefst voor haar zou willen.

Wilde hij dat ze een huismoeder werd? Als dat het geval was zou hij vroeg of laat teleurgesteld uitkomen.

Maar dit was niet het moment om daarop in te gaan.

Verpest dit moment niet, sprak Riley zichzelf aan.

Ze keek weer naar de ring en toen naar Ryan.

“Hij is prachtig,” zei ze. “Ik ben ontzettend gelukkig. Dank je wel.”

Ryan glimlachte en kneep haar in de hand.

Toen zei Riley, “Dus, met wie gaan we het nieuws delen?”

Ryan haalde zijn schouders op. “Weet ik niet. We hebben niet echt vrienden hier in DC. Ik zou misschien contact op kunnen nemen met wat oude vrienden van de rechtenstudie. Misschien kan jij je vader bellen.”

Riley fronste bij het idee. Haar laatste bezoek aan haar vader was geen plezierige geweest. Hun relatie was altijd behoorlijk troebel geweest.

En trouwens…

“Hij heeft geen telefoon, weet je nog?” zei Riley. “Hij woont moederziel alleen in de bergen.”

“Oh ja,” zei Ryan.

“En jouw ouders dan?” vroeg Riley

Ryans glimlach verzwakte een beetje.

“Ik zal hen erover schrijven,” zei hij.

Riley moest zichzelf tegenhouden om niet te vragen…

Waarom bel je hen niet gewoon?

Misschien kan ik dan eindelijk met hen praten.

Ze had Ryans ouders, die in Munny, een klein stadje in Virginia woonden, nog nooit ontmoet.

Riley wist dat Ryan in een arbeidersomgeving was opgegroeid en dat hij vast van plan was die levensstijl achter zich te laten.

Ze vroeg zich af of hij zich voor hen geneerde of…

Schaamt hij zich voor mij?

Weten ze überhaupt dat we samenwonen?

Zouden ze dat goed vinden?

Maar voordat Riley kon bedenken hoe dat onderwerp aan te snijden, ging de telefoon.

“Misschien kunnen we hem gewoon naar voicemail laten gaan,” zei Ryan.

Riley dacht er even over na terwijl de telefoon bleef rinkelen.

“Misschien is het wel iets belangrijks,” zei ze. Ze ging naar de telefoon en nam hem op.

Een vrolijke, professioneel-klinkende mannenstem zei, “Mag ik Riley Sweeney spreken?”

“Dat ben ik,” zei Riley.

“Met Hoke Gilmer, je supervisor voor het FBI trainingsprogramma. Ik wilde je er alleen aan herinneren-”

Riley zei enthousiast, “Ja, ik weet het! Ik ben er fris en monter om zeven uur morgenochtend!”

“Top!” antwoordde Hoke. “Ik kijk ernaar kennis met je te maken.”

Riley hing op en keek naar Ryan. Hij had een weemoedige blik in de ogen.

“Jeetje,” zei hij. “Het begint allemaal heel echt te worden he?”

Riley begreep wel hoe hij zich voelde. Sinds de verhuizing uit Lanton waren ze maar zelden zonder elkaar geweest.

En nu, morgen, gingen ze allebei weg naar hun nieuwe baan.

Riley zei, “Misschien moeten we samen iets speciaals gaan doen.”

“Goed idee,” zei Ryan. “Misschien naar de film en een leuk restaurant uitkiezen en…”

Riley lachte toen ze hem bij de hand greep en hem optrok.

“Ik heb een beter plan,” zei ze.

Ze trok hem de slaapkamer in, waar ze beiden lachend op het bed tuimelden.

Купите 3 книги одновременно и выберите четвёртую в подарок!

Чтобы воспользоваться акцией, добавьте нужные книги в корзину. Сделать это можно на странице каждой книги, либо в общем списке:

  1. Нажмите на многоточие
    рядом с книгой
  2. Выберите пункт
    «Добавить в корзину»